aanlopen

aanlopen
{{aanlopen}}{{/term}}
[in een richting gaan] ±aller
[op zich laten wachten] tarder (à venir)mettre du temps
[genoemde kleur krijgen] devenir
[m.b.t. wiel e.d.] frotter
voorbeelden:
1   kom eens aanlopen passe me voir un de ces jours
     die kat is komen aanlopen on a trouvé ce chat (devant notre porte)
     daar komt hij aanlopen, aangelopen le voilà qui arrive
     achter iemand aanlopen courir après qn.; 〈figuurlijk〉 prendre qn. pour modèle
     bij iemand aanlopen passer chez qn.
     tegen iets aanlopen se heurter à qc.; 〈figuurlijk〉 tomber sur qc.
     zo is hij tegen zijn vrouw aangelopen c'est ainsi qu'il a rencontré sa femme
2   die beslissing zal nog wel even aanlopen cette décision n'est pas près d'être prise
3   blauw aanlopen devenir bleu (en étouffant)

Deens-Russisch woordenboek. 2015.

Игры ⚽ Поможем написать курсовую

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”